Welke dimmer moet ik kiezen voor mijn lampen?

Dat is een hele algemene vraag. Dimmers bestaan in veel uitvoeringen, bijvoorbeeld:

• Bediening: draai-, tip-, en diverse afstandsbedieningsmogelijkheden. 

• Montage: inbouwdoos-, opbouw- en DIN-rail montage. 

• Dimprincipe: fase-aansnijding, fase-afsnijding, PWM, en aansturing zoals 0-10V, DALI, etc. 

Of een lamp al dan niet dimbaar is en het toe te passen dimprincipe, wordt door de lampfabrikant opgegeven. Bij laagvolt verlichting is dit de opgave van de toegepaste transformator- of driverfabrikant. Verschillende fabrikanten publiceren daarnaast ook lijsten met aanbevolen dimmertypes per lamptype en verwacht dimresultaat. Bij alle dimmers wordt d.m.v. symbolen en afkortingen aangegeven voor welke belastingsoorten ze geschikt zijn. In grote lijnen:

• fase-aansnijdingsdimmers voor "R" ohmse belasting zoals 230V (halogeen)gloeilampen, "L" inductieve belasting zoals gewikkelde transformatoren en "LC" elektronische transformatoren die met fase-aansnijding gedimd kunnen worden.

• fase-afsnijdingsdimmers voor "R" ohmse belasting zoals 230V (halogeen)gloeilampen, "C" capacitieve belasting zoals veel elektronische transformatoren.

Zogenaamde universele dimmers herkennen op het moment van aansluiten de belastingsoort en kiezen automatisch het hierbij behorende dimmerprincipe. Bij Retrofit LEDi lampen (vervangingslampen met ingebouwde driver) is deze herkenning niet eenduidig. Hiervoor zijn deze universele dimmers met automatische herkenning niet geschikt.

Speciale LEDi dimmers zijn tegenwoordig uitgevoerd met een handmatige keuzemogelijkheid voor fase-aansnijding / fase-afsnijding. Als voorbeeld de handleiding van de draaidimmer type 6523 UR-103.   

www.busch-jaeger.de/files/files_ONLINE/2CKA000073B9123_6523UR-103_BJE-ABB-Falblatt-1_2017-02-28.pdf